Anticonceptie
Aan het einde van de eerste kraamweek wordt de anticonceptie met je besproken. Misschien lijkt dat al vroeg. Je bent nog druk bezig met het wennen aan jouw kind; als vrouw ben je aan het ontzwangeren en aan het herstellen van de zwangerschap en de bevalling, als partner is het vaak ook erg wennen aan de veranderde thuissituatie. Toch bespreken we het al op tijd om u de kans te geven er goed en in alle rust over na te denken. Ongeplande zwangerschappen komen namelijk relatief veel voor, daarom vinden wij het belangrijk om je goed voor te lichten. Over het algemeen is het van belang dat jouw lichaam na een zwangerschap ongeveer 9 maanden de tijd krijgt om te ontzwangeren. Uit ervaring blijkt dat zowel lichamelijk als geestelijk een periode van rust tussen de zwangerschappen aan te bevelen is. Het is niet te zeggen op welk moment na de bevalling je weer vruchtbaar bent. Dat is bij elke vrouw verschillend en hangt onder andere samen met het feit of je borst- of flesvoeding geeft en ook de methode van anticonceptie is van invloed op jouw vruchtbaarheid. Gedurende een periode van 4 tot 6 weken na de bevalling heb je nog bloedverlies als gevolg van de bevalling. Daarna kan je menstruatie weer snel op gang komen, maar het is ook mogelijk dat jouw menstruatie nog een aantal maanden wegblijft. Ongeveer 2 weken voor je menstruatie vindt de eisprong plaats en daardoor bent je reeds vruchtbaar voordat je menstrueert. Het is niet te voorspellen wanneer jij weer behoefte heeft aan seksueel contact. Soms na 2 weken, maar soms ook pas een jaar na de geboorte. Een gevoelige bekkenbodem, de veranderde situatie, maar ook alle herinneringen aan de bevalling en kraambed spelen hierin mee, zowel voor de moeder als haar partner. Het wordt afgeraden om gemeenschap te hebben in de periode dat je nog bloed verliest van de bevalling. In dat geval is de wond in de baarmoeder, die achtergebleven is op de plek van de placenta, nog niet genezen. Gemeenschap brengt in dat geval een infectierisico met zich mee. Zeker bij borstvoeding is bekend dat de vagina wat ‘droger’ kan zijn. Het is dan goed om glijmiddel te gebruiken. Het kan zijn dat de eerste keer vrijen na de bevalling wat gevoelig is, maar het mag geen pijn doen. Mocht dit niet het geval zijn dan adviseren wij je hierover contact op te nemen met de verloskundige of huisarts. Er zijn verschillende mogelijkheden van anticonceptie, waarvan we hier de meest voorkomende bespreken.
Condoom
Condooms kunnen al direct na de bevalling zonder problemen worden gebruikt. Het condoom kan ook gebruikt worden als overbrugging van een periode waarin jullie er nog niet uit zijn welke methode van anticonceptie jullie willen gaan gebruiken. Bij het gebruik van glijmiddel moet je erop letten dat het glijmiddel op waterbasis is. Van olie-houdende producten kan het condoom poreus worden.
De pil
De meest gebruikte pil is de combinatiepil; het bevat de hormonen oestrogeen en progestageen. De pil zorgt ervoor dat de eisprong geremd wordt en de slijmprop in de baarmoedermond minder toegankelijk wordt voor zaadcellen. Je dient gedurende 3 weken iedere dag een tablet in te nemen. Na deze 3 weken is er een stopweek, waarin een onttrekkingsbloeding plaatsvindt.
Indien je flesvoeding geeft kunt je op een willekeurig moment na de bevalling weer met de pil beginnen. Je kunt de pil die je gebruikte voor de zwangerschap weer gaan slikken, mits de uiterste houdbaarheidsdatum niet verlopen is. Wanneer je op een willekeurig moment na de bevalling begint en je nog geen menstruatie hebt gehad, is de eerste pilstrip niet veilig en zul je een aanvullende manier van anticonceptie moeten gebruiken. Indien je binnen drie weken na de bevalling start is de eerste pilstrip wel direct veilig. Je kunt er ook voor kiezen om te wachten tot jouw eerste menstruatie op gang is gekomen. Het lichaam krijgt dan de tijd om het eigen ritme op te pakken. Er wordt dan gestart op de eerste dag van jouw eerste menstruatie. In deze situatie is de eerste pilstrip ook direct veilig. Let wel: voorafgaand aan de menstruatie vindt reeds een eisprong plaats, dus kan in die periode een (tijdelijke) andere vorm van anticonceptie noodzakelijk zijn. Indien je borstvoeding geeft en weer de pil wilt gaan gebruiken adviseren wij je niet de pil te gaan gebruiken die je al slikte voordat je zwanger werd. In de meeste pillen zitten twee soorten hormonen; oestrogenen en progestagenen. Van oestrogenen is bekend dat ze de melkproductie kunnen verminderen en de samenstelling van de borstvoeding kunnen veranderen. Het is mogelijk dat de oestrogenen de hersenontwikkeling beïnvloeden en mogelijk is dit geslachtshormoon ook van invloed op de seksuele ontwikkeling van jouw kind. We kunnen je de minipil voorschrijven (Cerazette). Deze pil bevat geen oestrogenen en is in combinatie met borstvoeding erg betrouwbaar, op voorwaarde dat de pil op elke dag rond hetzelfde tijdstip wordt ingenomen (er is geen stopweek) en je volledig borstvoeding geeft. Het moment van starten na de bevalling is gelijk aan de hierboven genoemde momenten bij de combinatiepil.
Nuvaring
De nuvaring is een flexibele kunststof ring omgeven met hormonen die jij zelf in de vagina kunt inbrengen. De ring blijft 3 weken zitten, waarna je een stopweek hebt en er een menstruatie plaatsvindt. Vanuit de ring worden continue in zeer lage hoeveelheden de hormonen afgegeven aan de vaginawand waarna ze opgenomen worden in het bloed. De hormonen remmen de ontwikkeling van een eicel, waardoor de eisprong niet plaats zal vinden. De nuvaring, bevat de helft minder hormonen dan de pil, maar is net zo betrouwbaar. Wel zijn het dezelfde hormonen als in de combinatiepil en wordt de nuvaring om dezelfde redenen afgeraden als je borstvoeding geeft. Kijk ook op www.nuvaring.nl.
Spiraal
Het spiraal is een goede anticonceptiemethode voor vrouwen die langere tijd geen kinderwens hebben. Het spiraal kan door de verloskundige rond 10 weken na de bevalling ingebracht worden en kan daar 5-10 jaar (afhankelijk van het soort spiraal) na plaatsing blijven zitten. Na deze 5-10 jaar moet het spiraal vervangen worden. Indien er eerder weer een kinderwens ontstaat kan het spiraal ook gemakkelijk eerder verwijderd worden. Er bestaan twee verschillende soorten.
T-safe (Koperspiraal)
De T-safe of ook wel koperspiraal genoemd bevat een kleine hoeveelheid koper. Dit spiraaltje geeft continu een beetje koper af in uw baarmoeder. Deze afgifte van koper zorgt ervoor dat zaadcellen inactief raken en niet meer in staat zijn om de eicel te bevruchten. Tevens zorgt de T-safe ervoor dat een eicel zich niet kan innestelen in de baarmoederwand. De T-safe is ideaal voor vrouwen die een voorkeur hebben voor hormoonvrije anticonceptie en vormt geen bezwaar tijdens de borstvoedingsperiode. Na het plaatsen van dit spriaaltje blijft de natuurlijk cyclus bestaan. Sommige vrouwen ervaren echter wel hevigere menstruaties qua buikpijn en bloedverlies na het plaatsen. De T-safe kan 10 jaar blijven zitten zonder dat de werking minder wordt. Kijk voor meer informatie op www.t-safe.nl.
Mirena (Hormoonspiraal)
Het hormoonspiraaltje, de mirena, bevat het hormoon progestageen. Door dit hormoon wordt het slijm in de baarmoederhals taaier en dikker. Hierdoor kunnen de zaadcellen moeilijk in de baarmoeder doordringen. Het hormoon zorgt ervoor dat een eisprong geremd wordt, wat echter niet garandeert dat er geen eisprong meer plaatsvindt. Ook heeft het hormoon een lokaal effect heeft op het baarmoederslijmvlies; het wordt dunner, waardoor een eventueel bevruchte eicel niet kan innestelen. De hoeveelheid hormonen die bij de mirena in het bloed komen is zo’n 60 tot 100 keer minder dan bij de pil, waardoor vrouwen hormonaal vaak weinig last hebben van deze anticonceptie methode. Het hormoonspiraal heeft als bijkomend effect dat de menstruatie vaak lichter, korter en minder pijnlijk wordt. Bij 20% van de vrouwen verdwijnt de menstruatie helemaal. Doordat de mirena enkel progestageen bevat is het een geschikte vorm van anticonceptie tijdens de borstvoedingsperiode.
Implanon
De implanon is een staafje van 4 cm lengte en 2 mm doorsnede dat onder de huid aan de binnenzijde van de bovenarm wordt geplaatst. Na plaatsing geeft het implanon iedere dag een kleine hoeveelheid progestageen hormoon af en biedt daardoor drie jaar lang bescherming tegen een ongewenste zwangerschap. De huisarts of gynaecoloog kunnen de implanon plaatsen vanaf 6 weken na de bevalling. Ook de implanon mag tijdens de borstvoedingsperiode worden gebruikt.